Later 19th century c 1850 to c 1899

W świecie finansjery nawet najlepiej skrojony garnitur nie zmieni ludzkiej natury.Frank Cowperwood bez żalu porzucił dotychczasowe życie, rozwiódł się z żoną, poślubił Aileen Butler i przeprowadził się wraz z nią do Chicago. Przyświeca mu nowa idea - zamierza wykorzystać polityczne zawirowania, by w procesie bankructwa przejąć system kolei ulicznych. Zawzięty Cowperwood nie cieszy się społeczną sympatią, a i w nowym związku nie wiedzie mu się najlepiej. Mimo to uparcie dąży do realizacji swoich celów.Postać Franka Cowperwooda jest inspirowana biografią prawdziwego finansisty Charlesa Tysona Yerkesa.Idealna lektura dla miłośników powieści "Wielki Gatsby" Francisa Scotta Fitzgeralda.Przełom XIX i XX wieku to czas, kiedy najpełniej urzeczywistnia się amerykański sen. Kilka skutecznych kroków wystarczy, by dojść do wielkiej fortuny. Kilka fałszywych ruchów, a można stracić wszystko. Na takim rollercoasterze wytrzymują tylko najwytrwalsi. Tacy jak Frank Cowperwood.Theodore Dreiser (1871-1945) - amerykański powieściopisarze i dziennikarz, przedstawiciel naturalizmu w literaturze. Zafascynowany naturą i psychologią ludzi niemoralnych, którzy jednak uparcie prą do przodu i osiągają swoje cele. Do jego najsłynniejszych dzieł należą "Siostra Carrie" i "Tragedia amerykańska". Dreiser wywarł ogromny wpływ na kolejne pokolenia pisarzy, dziś jest uznawany za jednego z gigantów literatury amerykańskiej.

Life as a cowboy in the Wild West was rarely as glamorous as John Wayne or Clint Eastwood. For the truest grit, you need to read this remarkable novel by Andy Adams."Reed Anthony, Cowman" is the fictional autobiography of a simple cowman, who after the Civil War migrates to Texas and begins a new life as a cowboy.Told in a diary format, it is steeped in the authenticity and knowledge gleaned by Adams during 12 years in the saddle.The daily drama of struggling to earn a living and to actually live are woven together with descriptions of the epic cattle drives from Texas to Dakota. With gunfights, deadly snakes, showdowns, and rustling... this has the lot!The fairness and kindness of his character, as well as the historical accuracy and vivid descriptions, make "Reed Anthony, Cowman" a satisfying read for all western enthusiasts.Andy Adams (1859-1935) was an American writer of westerns, who grew up on his family’s farm in Indiana. He worked as a cowboy and cattle driver, which later prompted him to start writing his cowboy stories.He started writing novels in his forties, and his work is characterised by its realistic descriptions of everyday life and the troubles ranchers and cowboys experienced. His best-known works include 'The Log of a Cowboy', 'Reed Anthony, Cowman', and 'Wells Brothers'.

Hoe was het leven van Nederlanders in Insulinde?In de laatste jaren van de 19de eeuw was het Nederlandse publiek in de ban van twee genres: de streekroman en de Indische roman. In dat laatste genre behaalde J. ten Brink groot succes. Zijn schetsen uit het Indische leven verschenen in de tweedelige bundel ‘Oost-Indische dames en heren’ (1866). Al was ‘Max Havelaar’ zes jaar eerder verschenen, door het grote succes van dit boek is ‘Oost-Indische dames en heren’ wel eens het eerste "Nederlands-Indische" boek van de Nederlandse literatuur genoemd. De kritiek vond de onderverdeling in losse schetsen problematisch, maar het grote publiek genoot. Ten Brink had dan ook een geweldig talent om het leven van de Nederlanders in ‘Insulinde’ te beschrijven: in groot detail, met veel mededogen en humor.Jan ten Brink (1834-1901) was letterkundige, theoloog, hoogleraar en schrijver. In de laatste decennia van de 19de eeuw had hij een vooraanstaande positie in de literatuur: hij hield causerieën, was redacteur van literaire bladen, publiceerde feuilletons over literatuur in De Telegraaf. Hij gaf les aan o.a. Marcellus Emants en Louis Couperus, die via hem beïnvloed werden door Zola en diens opvattingen over het naturalisme. Ten slotte kwam hij in conflict met een nieuwe generatie schrijvers, de Tachtigers. Uit zijn omvangrijke oeuvre zijn alleen ‘Oost-Indische dames en heren’ en ‘De familie Muller-Belmonte’ overeind gebleven.

Een Nederlandse Charles Dickens.Schrijver Jan ten Brink was een van de negen kinderen van de rector van het gymnasium te Appingedam (Groningen). Herinneringen aan die jeugd verwerkte hij in de roman ‘De familie Muller-Belmonte’ (1880). Daarin worden twee familie tegenover elkaar geplaatst. Enerzijds, het gezin van de rector: voortdurend worstelend met geldzorgen. Anderzijds, de familie Muller-Belmonte, levend in weelde maar bedreigd door schandaal. De zedenles die de roman zeker bevat wordt verzacht door de karakterschildering, die doet denken aan Charles Dickens. Net als in zijn bekendste werk, ‘Oost-Indische dames en heren’, schrijft Jan ten Brink in fragmenten die zich geleidelijk samenvoegen tot één intrige.Jan ten Brink (1834-1901) was letterkundige, theoloog, hoogleraar en schrijver. In de laatste decennia van de 19de eeuw had hij een vooraanstaande positie in de literatuur: hij hield causerieën, was redacteur van literaire bladen, publiceerde feuilletons over literatuur in De Telegraaf. Hij gaf les aan o.a. Marcellus Emants en Louis Couperus, die via hem beïnvloed werden door Zola en diens opvattingen over het naturalisme. Ten slotte kwam hij in conflict met een nieuwe generatie schrijvers, de Tachtigers. Uit zijn omvangrijke oeuvre zijn alleen ‘Oost-Indische dames en heren’ en ‘De familie Muller-Belmonte’ overeind gebleven.

Tweede deel van Jan ten Brinks meesterlijke schetsen over het leven in Insulinde.‘Oost-Indische dames en heren’ is een bundel van schetsen over het leven van Nederlanders in de kolonie, in de tweede helft van de 19de eeuw. Het boek was succesvol, maar ook een beetje een schandaal: de figuren zouden al te zeer naar de werkelijkheid zijn getekend. De lezer van de 21ste eeuw zal vooral de levendigheid van de personages opmerken. Jonkheer Van Sprankhuyzen, de ‘zedelijk ontaarde aristocraat’, vertegenwoordiger van een verdwijnende elite en een onnavolgbare oplichter. Mathilde van Hilbeeck, de intelligente maar in armoede vrouw, die vecht tegen de minachting van haar medemens. Juffrouw Serpensteyn, geboren in hetzelfde milieu als Mathilde, die de strijd heeft opgegeven en alleen nog maar uit is op wraak en andere mensen laten delen in haar ellende. In dit tweede deel brengt Ten Brink de personages, voordien afzonderlijk geschetst, onder in één verhaal, dat met een tv-serie-achtige zwier naar een grandioze finale toe beweegt.Jan ten Brink (1834-1901) was letterkundige, theoloog, hoogleraar en schrijver. In de laatste decennia van de 19de eeuw had hij een vooraanstaande positie in de literatuur: hij hield causerieën, was redacteur van literaire bladen, publiceerde feuilletons over literatuur in De Telegraaf. Hij gaf les aan o.a. Marcellus Emants en Louis Couperus, die via hem beïnvloed werden door Zola en diens opvattingen over het naturalisme. Ten slotte kwam hij in conflict met een nieuwe generatie schrijvers, de Tachtigers. Uit zijn omvangrijke oeuvre zijn alleen ‘Oost-Indische dames en heren’ en ‘De familie Muller-Belmonte’ overeind gebleven.

Vi tænker og taler alle sammen mere om elektricitet end nogensinde før. Derfor handler dette afsnit om to gutter, som også gik virkelig meget op i elektricitet. Find blandt andet ud af, hvorfor Elon Musks Tesla-bil er en kæmpe fuckfinger til Nikola Tesla.Velkommen til en historiepodcast om historie og arkæologi. Lyt med, når vi tager et nyt emne under kærlig behandling. Værterne er kultur- og socialhistorikeren Katrine og arkæologen Marie, der tilsammen danner en dynamisk fortællerduo, som elsker at have det sjovt med historien.Cover illustration: Arthur Balitskii/ShutterstockMarie Brinch er uddannet cand.mag. i forhistorisk arkæologi fra Københavns Universitet og har arbejdet for blandt andet Nationalmuseet og Museum Lolland-Falster.Katrine Stegmann er uddannet cand.mag. i kultur- og socialhistorie samt skuespil- og manuskriptforfatter fra Syddansk Universitet og har arbejdet for blandt andet Odense Bunkermuseum og Glud Museum i Østjylland.Sammen har de skabt Katrine og Maries Historiepodcast.

Negli otto anni di questo suo diario giovanile – pubblicato inizialmente a puntate su Nuova Antologia – Grazia Pierantoni Mancini offre il suo originale punto di vista sull’Unità d’Italia, vissuta da esule borbonica a Torino e da figlia di un acceso fautore degli ideali garibaldini. Col passare del tempo si può assistere così alla maturazione di una ragazza che, dai quindici anni che aveva all’inizio, diventa una giovane donna di ventitré anni: cambiano quindi il linguaggio e gli interessi, ma non un focus estremamente precoce sulle questioni sociali e, in particolare, quelle relative alla condizione della donna. Tanti i temi trattati, dal femminicidio al sesso extramatrimoniale, dalla spedizione dei Mille agli scandalosi privilegi ecclesiastici. Il suo non è solo l’interessante resoconto di una cittadina del Sud Italia investita dai grandi rivolgimenti della Storia, ma anche la preziosa testimonianza di una donna, che si mostra fin da subito ben consapevole delle questioni più importanti. Un libro imperdibile.Grazie Pierantoni Mancini (1841-1915) nasce a Napoli, figlia di Pasquale Stanislao Mancini, giurista e patriota, e della poetessa Laura Beatrice Oliva. Trasferitasi con la famiglia a Torino, in seguito ai moti del 1848, vive una giovinezza divisa fra la capitale sabauda e la sua Napoli. Nel 1868 sposa a Firenze il giurista Augusto Pierantoni, da cui avrà tre figli. Autrice poliedrica, ha scritto testi teatrali, poetici e novelle, esordendo nel 1874 col "Teatro per le fanciulle". Impegnata per tutta la vita nell’assistenza alle donne, è fra le fondatrici della Società per la Coltura della Donna e dell’Istituto per le Ragazze Disoccupate. Fra i suoi testi più noti, si possono citare "Dora e altre novelle" (1880), "La signora Tilberti" (1900) e, soprattutto, il prezioso "Impressioni e ricordi 1856-1864", pubblicato a Milano nel 1908.

Pubblicato nel 1881 da un’ancora venticinquenne Matilde Serao, "Cuore infermo" non è soltanto il suo primo romanzo, ma anche la più chiara testimonianza del suo valore come scrittrice. Con una cura per il dettaglio psicologico e un profondo amore per la propria terra, la grande autrice partenopea assembla sapientemente i tasselli di una storia d’amore contrastata, vissuta fra Napoli, Sorrento e Castellammare di Stabia. Protagonisti di questo gioco alla seduzione sono Marcello e Beatrice: dapprima rifiutato da quest’ultima, Marcello riuscirà a indurre in Beatrice una forte gelosia, così da coronare il proprio idillio sentimentale. Immersi nella frizzante vita sociale di una decadente aristocrazia in villeggiatura, i due portano avanti un rapporto reso complicato dalla salute cagionevole di Beatrice. Ritiratasi a Sorrento per guarire, la donna viene convinta da alcune amiche a partecipare alla festa che si terrà a Castellammare: i colpi di scena sono sempre lì, dietro l’angolo, pronti a far deflagrare la situazione...Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

Lucia e Caterina sono amiche per la pelle fin dalla scuola, nonostante abbiano temperamenti molto diversi: l’una orgogliosamente attaccata alla propria indipendenza, l’altra più sensibile alle lusinghe di una vita ordinaria, fatta di matrimoni ben calibrati e piccole certezze borghesi. In una Napoli burrascosa, così, si evolvono due esistenze legate dal filo indissolubile dell’affetto. Pubblicato nel 1883, "Fantasia" è il primo romanzo lungo di Matilde Serao, animato da una giovanile impetuosità che si rispecchia appieno nella prosa impulsiva e sincera, che le varrà la stroncatura più importante della sua vita: quella di Edoardo Scarfoglio, giornalista e critico letterario che, di lì a non molto, sarebbe diventato il suo più strenuo ammiratore nonché suo marito. Un romanzo importante, che mette in chiaro le intenzioni di una scrittrice di valore inestimabile, ma che racconta anche un'Italia remota, e, proprio per questo, ancora più interessante.Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

Giovanni Episcopo cena tutte le sere coi colleghi in una pensioncina fuorimano. Nella sua vita, oltre al piccolo svago serale, c’è poco altro. In una di queste uscite, Giovanni conosce Ginevra, una cameriera della locanda. Da lì, qualcosa nella sua staticità stagnante cambierà, ma non abbastanza da scardinare un approccio alla vita logorante e remissivo, destinato solo ad appassire.Sullo sfondo, il ritorno di un amico lontano la cui crescente vicinanza, sempre più tracotante, finirà col rovinare del tutto gli equilibri familiari e col portare l’orrore all’interno dell’abitazione.Gabriele D’Annunzio (1863—1938) è stato uno dei più importanti poeti e scrittori della letteratura italiana. Anche giornalista, attivista politico e militare, la sua figura è una delle più discusse nel panorama artistico del Bel Paese. Massimo esponente dell’Estetismo, tra le sue opere più note ricordiamo 'Alcyone', la raccolta di liriche che contiene 'La pioggia nel pineto'.

"Racconti" è una raccolta di favole friulane scritte da Caterina Percoto, che si fece raccoglitrice della narrativa popolare e della tradizione del Friuli. Tra le righe emerge l’intima malinconia del popolo friulano e il senso della vita, che al tempo era piuttosto dura. Sono racconti emersi dalle lunghe chiacchierate che la Percoto intratteneva con i contadini, durante le veglie invernali nelle stalle, e che con la sua intelligenza, fermezza e passione è riuscita a mettere per iscritto la testimonianza di una generazione ormai quasi dimenticata.Caterina Marianna Percoto (1812 – 1887) è stata una poetessa e scrittrice italiana. La carriera letteraria iniziò nel 1839 e nelle sue opere spesso si ritrova la povertà del Friuli. Nel 1848, con la Prima guerra di indipendenza, i suoi scritti assunsero una connotazione più politica. Nello stesso periodo scrisse anche dei racconti ("La donna di Osoppo" e "La coltrice nuziale") che ebbero particolare successo. Negli anni cinquanta cominciò a scrivere in friulano; diventò raccoglitrice della narrativa popolare e della tradizione e nel 1863 pubblicò "Racconti", una raccolta di favole friulane.

"La rivoluzione in casa" è uno dei romanzi più famosi di Luigia Codemo: pubblicato per la prima volta nel 1869, esso si svolge interamente in un anonimo villaggio del Trevigiano, ai tempi della fallimentare rivoluzione del 1848. Incentrandosi sulle vicende domestiche di un’umile famiglia di campagna, l’autrice è riuscita a condensare le istanze di cambiamento e le suggestioni veriste dell’epoca, rifacendosi in modo particolarmente vistoso ai grandi autori romantici come Manzoni e Nievo. Del primo riprende infatti l’attenzione alla costruzione di personaggi solidi – specialmente quelli femminili – del secondo (e in particolare dalla prima parte delle "Confessioni di un italiano") la scelta di ambientare il tutto in un contesto casalingo e famigliare. Grande romanzo sociale ma anche commovente saga famigliare: "La rivoluzione in casa" si stamperà nel cuore di chi legge come solo un’opera immortale potrebbe fare...Luigia Codemo (1828-1898) nasce a Treviso da una famiglia di intellettuali (il padre Michelangelo è un insegnante di lettere, mentre la madre Cornelia poetessa e traduttrice). Negli anni giovanili viaggia molto, visitando varie zone d’Europa e studiando pittura a Firenze. Nella capitale toscana entra in contatto con i maggiori letterati dell’epoca, fra cui Giusti, Tommaseo e, soprattutto, Alessandro Manzoni. Nel 1851, trasferitasi a Venezia, sposa Carlo di Gerstenbrandt. Considerata fra le più grandi scrittrici della sua generazione, Luigia Codemo è particolarmente interessata a narrare la vita della gente comune – in particolare dei contadini – in un Veneto che attende di emanciparsi finalmente dal giogo austriaco. Autrice di una trentina di opere, fra romanzi, novelle e testi teatrali, è nota soprattutto per "Le memorie di un contadino" (1856), "La rivoluzione in casa" (1869) e "I nuovi ricchi" (1876).

"Castigo", pubblicato da Matilde Serao nel 1893, è un romanzo struggente, attraversato da una cupa sensazione di tragedia che finisce ben presto per ammantare tutto (anche l’amore, che dovrebbe al contrario essere un sentimento solare, portatore di luce e di felicità). La famiglia Dias, che vive fra Napoli e Firenze, sembrerebbe incarnare a pieno lo stereotipo di una coppia ben assortita: Cesare è un marito freddo, distaccato ma vitale; Anna una moglie melanconica, timida e dotata di una bellezza più unica che rara. L’amore che Anna prova per Cesare, tuttavia, non è ricambiato con la stessa intensità. Lui, piuttosto, sembra non resistere alle lusinghe di Laura, sua cognata. La dolorosa sensazione di essere di troppo, di venire addirittura punita per il proprio istintivo amore per Cesare, porterà la povera Anna a una decisione avventata. Cesare, resosi conto del male che ha fatto, non potrà mai più essere felice. Un romanzo intenso, che non smette di commuovere neanche a più di un secolo di distanza. Un classico intramontabile...Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

"La ballerina", per chiunque conosca e apprezzi la grande Matilde Serao, è come un sicuro ritorno a casa: siamo sempre a Napoli – città celebrata dall’autrice in tanti altri romanzi – e abbiamo un’altra grande protagonista femminile, impegnata in una lotta estenuante contro le storture e i pregiudizi di una società che sembra volerla rifiutare. Carmela Minino è una ballerina di terza fila al Teatro San Carlo. Quella che potrebbe sembrare una vita serena, coronata dall’arte e dalla creatività, è in realtà un’esistenza squallida, fatta di stenti e sofferenze, di sfruttamento del lavoro e di emarginazione sociale. Il suo mestiere è guardato con sospetto dai ben pensanti, e la costante fatica fisica non è certo premiata con qualche agio domestico. Carmela è un personaggio tragico, animato da una vitalità che la renderà sicuramente ammirevole agli occhi di chi legge. Difficile restare indifferenti, di fronte a un romanzo così intenso e profondo.Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

In una Roma di fine Ottocento, sospesa fra le tante piccole certezze di una borghesia in ascesa e l’opprimente conformismo che le sottende, una ragazza di buona famiglia è promessa in sposa a un principe tedesco. L’amore della giovane, tuttavia, è rivolto a un altro uomo: con la complice tenerezza che la contraddistingue – in quanto donna, ma, soprattutto, in quanto scrittrice sensibile – Matilde Serao ci porta con sé alla scoperta di amori impossibili e tragedie domestiche. Daisy, Clara e Margherita, che apparentemente potrebbero sembrare soltanto tre giovani fanciulle alle prese con le più tipiche scaramucce adolescenziali, finiscono così per incarnare un’intera società, la quale, pur indossando i vecchi e noiosi abiti di sempre, guarda al futuro con uno sguardo nuovo, giovanile, che potrebbe suggerire un cambiamento epocale nel ruolo della donna...Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

I quattro racconti inclusi nella raccolta "L’infedele" – pubblicata per la prima volta nel 1897 – rappresentano l’ennesima dimostrazione di quanto Matilde Serao, oltre che scrittrice prolifica, sia stata anche un’autrice di rara sensibilità. Provando a sviscerare un tema inflazionato come quello dell’amore, infatti, riesce a sviluppare quattro storie di intensità straordinaria, che fanno luce su alcuni aspetti meno scontati del sentimento più antico fra tutti: l’amore come adulterio, l’amore come attesa ricca di aspettative, l’amore come ricordo di una felicità passata... Sullo sfondo di una società aristocratica ed alto-borghese da decadente Belle Époque, l’amore viene così sottoposto ad uno studio scrupolosissimo, che ne rivelerà l’indiscusso fascino ma anche l’inconfessabile valore illusorio. Un libro intenso, che non potrà che rimanere impresso nella memoria (e nel cuore) di chi lo leggerà...Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

Anna e Laura sono due giovani sorelle di buona famiglia, rimaste orfane e affidate al tutore Cesare Dias, uomo amante della bella vita e delle donne. È solo questione di tempo, prima che le due ragazze inizino a contendersi le attenzioni dell’affascinante gentiluomo. Convinto dall’amore disperato di Anna, Cesare acconsentirà a sposarla, ma senza per questo rimanere del tutto immune alla passione travolgente di Laura. Pubblicato nel 1890, "Addio, Amore!" è un romanzo esuberante quasi quanto la giovinezza delle sue protagoniste, ambientato in una Napoli che Matilde Serao, grande scrittrice e giornalista partenopea, conosceva molto bene. Impossibile restare indifferenti alla sua prosa ricca e al ventaglio di emozioni umane che vi si insinuano...Matilde Serao (1856-1927) nasce a Patrasso ma cresce a Napoli, dove manifesta un precoce interesse per la letteratura. Nel 1882 si trasferisce a Roma, iniziando a collaborare come cronista al "Capitan Fracassa" e conoscendo il futuro marito Edoardo Scarfoglio. Sarà con lui, quindi, che coronerà l’ambizione di dirigere un giornale. Nel corso della loro lunga relazione – da cui nasceranno quattro figli – i coniugi fonderanno vari quotidiani, il maggiore dei quali sarà Il Mattino (1892). Dopo una burrascosa separazione, Matilde crea un proprio giornale, Il Giorno (1903), e dà vita ad un nuovo sodalizio, sentimentale e professionale, col giornalista Giuseppe Natale. Matilde Serao è stata, oltre che importantissima giornalista, anche scrittrice prolifica, pubblicando vari romanzi e raccolte di racconti. Muore nel 1927, poco dopo che Mussolini in persona ne bloccò la candidatura al Premio Nobel per la Letteratura.

"Miseria e nobiltà" è una famosa commedia italiana in tre atti scritta in napoletano da Eduardo Scarpetta nel 1887. Il giovane e nobile Eugenio è innamorato della bella Gemma, figlia di un cuoco arricchito. L’amore del ragazzo è però ostacolato dal padre, il quale non vuole che il figlio sposi Gemma per via delle sue umili origini. Non sapendo come comportarsi, Eugenio si rivolgerà allo scrivano Felice che cercherà di aiutarlo. La situazione, tuttavia, comincerà a farsi sempre più ingarbugliata...Eduardo Scarpetta (1853 – 1925) è stato un commediografo e attore italiano. Fu il più importante autore del teatro napoletano tra la fine dell’800 e l’inizio del ‘900 creando il teatro dialettale moderno, ancora oggi in uso. Alcune delle sue commedie più conosciute furono creazioni originali del suo repertorio e tra tutte si ricorda "Miseria e nobiltà". La sua carriera di commediografo (molto lunga, si parla di quasi trent’anni) fu interrotta all’improvviso perché Gabriele D’Annunzio gli fece causa.

Adriana e Arnaldo vivono un rapporto tormentato. Alla passione si unisce il dramma, l’ossessione. Con l’ombra di fine secolo sullo sfondo, questo loro amore sarà lo specchio di una società, quella borghese, in declino. Una decadenza da salotto letterario, una calma piatta e logorante lascerà la coppia incapace di provare gioia né dolore.Gemma Ferruggia (1867-1930) è stata una scrittrice e drammaturga italiana, molto attiva all’inizio del ventunesimo secolo. Fu corrispondente di guerra durante la Prima Guerra Mondiale.

Novela de corte costumbrista del literato Juan Valera. Nos narra la historia de amor de Juanita, una joven pueblerina y poco experimentada en los asuntos de la vida, con un señor mucho mayor que ella, en medio de las maledicencias y chismes del pueblo.Juan Valera fue un político y escritor español nacido en Cádiz en 1824 y fallecido en Madrid en 1905. Desarrolló su carrera diplomática en Washhington, Bruselas y Viena, puestos que compaginaba con su afición a las letras, tanto en novela como en ensayo. Suya es la inmortal obra costumbrista Pepita Jiménez, una de las más destacadas de la literatura española.

El Martín Fierro es un largo poema narrativo que inauguró un género literario –la gauchesca– y dejó una huella profundísima en la cultura argentina.En esta primera parte (conocida también como "La ida") Fierro cuenta cómo lo obligaron a abandonar a su familia para servir en el ejército y combatir contra los aborígenes. Cubre ese tiempo en los fortines de la frontera y lo que lo lleva a desertar. Y cuenta, principalmente, cómo fueron los años de su vida fuera de la ley: las tensiones sociales fuertes y cambiantes, la amistad, los cruces infaustos, la libertad boca arriba en las noches estrelladas, la posibilidad de una nueva fuga.José Hernández (Charcas de Pedriel, 1834 - Buenos Aires, 1886) fue un escritor, militar y periodista nacido en la Argentina. Su poema Martín Fierro, compuesto por El gaucho Martín Fierro (1872) y La vuelta de Martín Fierro (1879), lo convirtió en una de las principales plumas sudamericanas de la segunda mitad del siglo XIX. Se opuso al poder centralizado en la capital y escribió multitud de artículos a favor del federalismo. También colaboró en distintas obras del Estado argentino en consolidación.

I San Francisco er kriminaliteten tårnhøj, og markedet for menneskehandel og prostitution vokser. Virksomheden Ah Toys i Chinatown er særligt brutal. De smugler unge kinesiske piger ind i byen for at gøre dem til sexslaver. Myndighederne er korrupte og gør intet for at standse deres forbrydelser. Morgan Kane er den eneste, som vil kæmpe for pigerne og retfærdigheden."Barbarkysten" er oprindeligt udgivet i 1971, og bogen udkom på dansk i 1976.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Morgan Kanes eneste ven fra ungdommen bliver anklaget for voldtægtsforsøg og efterfølgende skudt. Kane kan ikke tro, at vennen er voldtægtsforbryder, og han sætter alle sejl til for at opklare sagen og redde sin vens ære."En rangers ære" er oprindeligt udgivet i 1967, og bogen udkom på dansk i 1972.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Efter sit dramatiske ophold i Denver og opgøret i San Antonio, har Morgan Kane været meget omtalt i aviserne. Kane har prøvet det før og kender proceduren. Som så mange gange før sender Marshal Shane ham på orlov til Mexico, hvor han kan blive bekendt med sin nye revolver. Det får han også rig mulighed for, da han ender i duel i Dødens Arena..."Portræt af en revolvermand" er oprindeligt udgivet i 1972.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Kiowaerne dræber en hel deling af kavaleriet og begår en række andre mord, men hvad har fået dem til at gøre det? En mand står bag, men hvem er manden uden ansigt, og hvordan får man stoppet ham? Det vil Morgan Kane finde ud af med sin dristighed og snilde."Manden uden ansigt" er oprindeligt udgivet i 1972.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Fem notorisk kampklare og frygtløse mænd: Morgan Kane, Bat Masterson, Billy the Kid, Sostones L’Archeveque og John Casner og hans sønner mødes i Tascosa, en lille lovløs by i Texas. Det bliver scenen for et af Vestens vildeste opgør nogensinde..."Møde i Tascosa" er oprindeligt udgivet i 1975.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

"Di padre in figlio", pubblicato nel 1938, rappresenta idealmente l’antefatto di "Pietro e Paolo", romanzo con cui nel 1924 Mario Sobrero aveva ottenuto un massiccio successo di pubblico. Se il primo narrava le vicende contrapposte di due cugini – l’uno operaio socialista, l’altro borghese squadrista – il presente volume si concentra invece sulla storia italiana a cavallo fra gli anni 1892 e 1918. Nell’arco di tre generazioni, che vanno dal vecchio Ascanio (che ha vissuto il Risorgimento) ai figli (medico affermato e deputato socialista) e nipoti (Giusto e Graziano, rispettivamente operaio e scrittore), Sobrero tesse le fila di un racconto corale ed appassionato. L’affresco di un’Italia che è cambiata in più di un modo, anche se è sempre difficile capire quanto in meglio...Mario Sobrero nasce a Torino nel 1883. Affermatosi fin da giovane come giornalista, collabora in qualità di redattore alla Gazzetta del Popolo. È noto soprattutto per la sua produzione letteraria, che spazia dal romanzo ("Pietro e Paolo", "Violetta di Parma") alla novella ("L’addio dell’angelo"). Nel 1932 pubblica un volume di impressioni sulla città di Roma, sua patria d’elezione e luogo in cui morirà nel 1948.

I sølvkongen Horace Tabors by Denver, Colorado synger den verdensberømte sangerinde Reina Boucher i opera-paladset. Morgan Kane ved ikke hvad han skal her, men så bliver sangerinden pludseligt kidnappet fra sin garderobe. Kane er omgående klar med sine revolverfærdigheder, sit mod og snilde til at møde en bande af hævntørstige mordere."Hævneren fra Tombstone" er oprindeligt udgivet i 1972.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Det er farligt at blive U.S. Marshal, når landets indbyggere er vant til at løse konflikter med deres revolvere. For at kunne håndhæve loven uden at miste sit liv må Morgan Kane følge sin egen lov: ’Dræb før du selv bliver dræbt’."Kanes lov" er oprindeligt udgivet i 1974, og bogen udkom på dansk i 1978.Titlen er en genudgivelse af et tidligere værk udgivet med datidens sprogbrug.Der findes 83 bøger i serien om Det Vilde Vestens store antihelt Morgan Kane. Kane er kun to uger gammel, da forældrene, som er immigranter fra Irland, bliver dræbt af indfødte i Santa Fe. Den tragiske hændelse bliver starten på Kanes stormfulde tilværelse som dusørjæger, Texas Ranger og siden U.S. Marshal.Kjell Hallbing (1934-2004) var en norsk forfatter, der især blev berømt for western-serien om Morgan Kane, som han skrev under pseudonymet Louis Masterson. De 83 bøger i serien er oversat til mange sprog og har solgt mere end 20 millioner eksemplarer. Hallbing skrev også under andre pseudonymer.

Questa non è una semplice guida turistica: è un vero e proprio omaggio, fatto da un celebre patriota italiano alla sua amata terra lombarda. Pubblicato nella sua versione definitiva nel 1872, "Il Lago di Como e il Pian d’Erba" rappresenta non solo un excursus sulle vicende del passato e sul ricchissimo patrimonio culturale della regione (in molti casi dimenticato o, peggio, ormai perduto), ma anche un preziosissimo documento sull’aspetto e la vita del territorio nel lontano periodo risorgimentale.Il lettore contemporaneo potrà perdersi nelle ben quaranta escursioni proposte da Pier Ambrogio Curti, fra borghi pittoreschi, castagneti e faggete...Pier Ambrogio Curti (1819-1899) nasce a Milano da una famiglia altolocata. Dopo una breve parentesi al seminario di Lecco, si trasferisce a Pavia per studiarvi diritto. In questi anni pubblica i primi racconti a sfondo storico e nel 1844, anno in cui si laurea ed inizia a praticare la professione forense, pubblica "Tradizioni e leggende di Lombardia". Coinvolto nei fatti delle Cinque Giornate di Milano (1848), continuerà per anni ad avere problemi con le autorità austriache, che lo sospenderanno dall’avvocatura per ben due volte e che lo obbligheranno a più di un esilio in Svizzera. Tornato stabilmente in Italia dopo l’unificazione nazionale, nel 1867 è eletto deputato al parlamento. La sua produzione letteraria, intrisa di suggestioni classiche, consta di vari libri a sfondo storico-romanzesco ("Pompei e le sue rovine", "Livia Augusta"), di un volume di novelle intime ("Fiori appassiti") e di una guida storico-culturale alle bellezze della Lombardia ("Il Lago di Como e il Pian d’Erba").